Binnen de podologie gehanteerde therapie bestaat uit het aan de voet toepassen van corrigerende of beschermende technieken, zoals ortheses, schoen- en zoolcorrecties, alsmede het adviseren aan patiënten teneinde voetaandoeningen te voorkomen en te bestrijden.
Binnen de podologie wordt gebruik gemaakt van twee methoden, namelijk de biomechanische en de neurologische methode.
Biomechanica
De biomechanica houdt zich bezig met het bestuderen van de puur mechanische werking van het menselijk skelet in samenspel met de spieren en pezen. Vanuit het inzicht in de bewegingsmechanismen dat hieruit verkregen wordt, kan door middel van sturingswiggen een standsverandering teweeggebracht worden.
Deze standsveranderingen beïnvloeden door middel van de diverse hefboommechanismen en gewrichtsdraaipunten de stand van enkel, knie, heup en rug, en kunnen daar bestaande statische en dynamische overbelastingen opheffen.
De biomechanische wetenschap is een werkwijze om de aanpassingen zodanig aan te brengen, dat exact de gewenste correctie optreedt. Correcties op deze basis zijn direct waarneembaar.
Neurologische methode
Bij deze methode wordt uitgegaan van de regulerende invloed van het zenuwstelsel op stand, houding en spierbelasting. Hierbij neemt het begrip spiertonus een centrale plaats in. Deze spiertonus komt voor een belangrijk deel tot stand via spinale reflexen en wordt aangestuurd in de spieren (spierspoeltjes) en de pezen (golgi apparaatjes).
De spierspoeltjes doen dienst als lengtedetectoren, die reageren op druk en rek. Zij zijn o.a. van belang voor het in stand houden van de lichaamshouding en voor de bescherming van de spier bij overrekking. Wanneer de spier licht wordt aangedrukt of gerekt, zal dit via een spinale reflex leiden tot een spanningsverhoging in de spier.
Rek en druk op de pees leiden tot spanningsverlaging in de spier. Via verandering van de spiertonus kan dus invloed uitgeoefend worden op stand, lichaamshouding en spierbelasting. Dit regulatiemechanisme van lichaamshouding en beweging noemt men propriocepsis